logo-sociale-alliantie6

Thema: Milieu en armoede

kolen stroom

Het milieu is één van de grootste kwesties van deze tijd. Er staat ons een tour de force te wachten om ... Maar welke kant gaat het daarbij op met de economie, wie gaat het betalen, welke consequenties heeft de strijd voor milieubehoud voor de verdeling tussen arm en rijk?
Raf Janssen plaatst het milieuvraagstuk in een breder perspectief van een andere richting voor onze economie en pleit voor een economie van 'volle soberheid'.
Trinus Hoekstra verkent de mogelijkheden van betere verdeling van klimaatlasten, onder meer door middel van een klimaatfonds en een klimaatbonus.
Hij gaat ook in op vragen rond duurzaamheid en ongelijkheid.
Een derde bijdrage aan dit dossier betreft een artikel over het rapport dat CE Delft in januari 2018 publiceerde over de verdeling van milieulasten over inkomensgroepen en bedrijfsleven.
Tenslotte zijn enkele standpunten van vakcentrales CNV en FNV verzameld.

Duurzaamheid en ongelijkheid

Draagvlak verduurzaming is gebaat bij verbinding met armoedebestrijding!

Onlangs maakte Trouw (7-9-18) melding van de presentatie van ‘De Balans van de Leefomgeving’. Het gaat hierbij om de tweejaarlijkse rapportage van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) over de staat van het milieu, de natuur en de ruimte. De toon van het rapport is op het eerste gezicht positief: duurzaamheid leeft. In de maatschappij en bij het beleid krijgt verduurzaming volgens het rapport veel aandacht. Vooral waar het gaat om klimaatverandering zijn burgers, bedrijven, ngo’s en overheden duurzaamheidsinitiatieven gestart. Voorbeelden zijn: het klimaatakkoord, de brief van staatssecretaris Stientje van Veldhoven over de circulaire economie en het visiedocument ‘Waardevol en verbonden’ van minister Carola Schouten over kringlooplandbouw. Maar er klinkt ook een indringende waarschuwing: de lusten en de lasten moeten eerlijk verdeeld worden. Als er ongelijkheid ontstaat, is er op een gegeven moment geen draagvlak meer voor verandering.

Juist het oogmerk in het debat om het draagvlak voor verduurzaming te versterken door vergroening te verbinden met armoedebestrijding, raakt aan de kerkelijke inzet om stem te geven aan en op te komen voor dat wat kwetsbaar is.

Groen kapitalisme

Deze waarschuwing wordt aangescherpt door de sociale wetenschapper Shivant Jhagroe. Hij promoveerde aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam op de politieke betekenis van stedelijke verduurzaming. Volkgens Jhagroe dreigt de huidige verduurzaming wereldwijd te leiden tot een nog ongelijkere verdeling van schone en leefbare ruimte dan die er nu al is.
Sinds het jaar 2000 zijn er meer klimaatvluchtelingen dan oorlogsvluchtelingen en naar schatting zijn er daar in 2050 meer dan 150 miljoen van. In Europa overlijden jaarlijks een half miljoen mensen als gevolg van verontreinigde lucht. De cijfers laten niet alleen aantallen slachtoffers zien, maar ook dat ze vallen onder mensen die minder kansen hebben. Ze wonen op slechtere plekken, zijn armer en minder goed opgeleid.
Duurzaamheid heeft volgens Jhagroe de bestaande ongelijkheid vergroend. Dat groene leven is een lifestyle van de happy few, van de rijke eco-elite, met kansen op allerlei gebied. Er is met producten en diensten voor deze elite een soort van groen kapitalisme gecreëerd. Terwijl om echte grote veranderingen teweeg te brengen, de massa bereikt moet worden, het draagvlak dus vergroot moet worden.
Als vergroening vanuit de neoliberale politiek aan de vrije markt wordt overgelaten, vergroot deze volgens Jhagroe de ongelijkheid eerder. Langs een andere weg, via allerlei burgerinitatieven, wordt de ongelijkheid ook vergroot. Alleen mensen met een goed netwerk en een stevige achtergrond doen mee met de stadstuin of de energiecoöperatie. Dergelijke strategieën van vergroening vergroten niet alleen de ongelijkheid, maar dreigen daarmee ook breed in de samenleving het draagvlak voor vergroening te ondermijnen.

Ongelijke verdeling

Onderzoeksbureau CE Delft berekende dat in 2017 750 miljoen aan subsidies en belastingvoordelen is verdeeld in het kader van het klimaatbeleid. Slechts eenvijfde daarvan is besteed aan armere huishoudens. Bij ongewijzigd beleid dreigen volgens datzelfde CE Delft armere huishoudens in 2050 3,5 keer zoveel aan kosten in verband met klimaat te moeten ophoesten dan rijke. Ze betalen relatief gezien meer belasting en hun energierekening is in hun minder goed aangepaste woning hoger.
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) liet in de publicatie ‘Kiezen bij de kassa’ (2016) zien dat bewust consumeren vooral een hobby van de hoogopgeleiden is. Biologische groenten en vlees zijn voor de laagopgeleiden niet te betalen. Een elektrische auto is dat al helemaal niet. Een overzicht van de laadpalen toont dat die vooral in de rijkere buurten staan.
Van veel duurzame producten of diensten is het volgens Jhagroe ook de vraag of het wel echte oplossingen zijn, als ze maar door een klein deel van de bevolking kunnen worden gekocht. Als bijvoorbeeld elektrische auto’s, nog afgezien van de onduurzame herkomst van de grondstoffen voor de benodigde accu’s, maar door een beperkt aantal mensen aangeschaft kunnen worden, kun je dan niet beter inzetten op verbetering van het openbaar vervoer zodat iedereen elektrisch kan rijden?

Overheid

De overheid zou hierbij volgens Jhagroe een veel grotere rol moeten spelen dan ze nu doet. Schone lucht en de gezondheid van burgers zijn toch bij uitstek publieke verantwoordelijkheden waar de overheid zorg voor heeft te dragen. De overheid heeft met subsidies, belastingen en beloningen allerlei instrumenten tot haar beschikking waarmee duurzame ontwikkeling kan worden gestuurd. Met die instrumenten zou je sociale ongelijkheid ook kunnen verminderen door middel van vergroening.
Een mooi concreet voorbeeld dat Jhagroe hierbij aanraakt is dat van de subsidie aan particulieren voor de aanschaf van zonnepanelen. Jhagroe stelt de vraag of rijkere huishoudens die panelen niet zelf kunnen betalen. Je zou met die subsidie immers ook woningcorporaties kunnen stimuleren de sociale woningbouw te verduurzamen. Daardoor wordt niet alleen minder fossiele brandstof gebruikt, maar krijgen deze huurders ook een lagere energierekening. Verder doordenkend op dit voorbeeld, zou wellicht ook een mogelijkheid zijn dat je subsidies meer inkomensafhankelijk maakt, waarbij een lager inkomen in aanmerking doet komen voor een hogere subsidie. Op deze wijze zou je duurzaamheid én de verkleining van sociale verschillen hand in hand kunnen laten gaan, waarmee je dan ook nog een keer het draagvlak voor verduurzaming breed in de samenleving versterkt.

Kerken

Voor kerken kan het een interessante uitdaging zijn om de gerichtheid op duurzaamheid en armoede zo met elkaar te verbinden, dat vergroening én armoedebestrijding elkaar versterken. Tal van kerken zijn via noodhulp en betrokkenheid bij voedselbanken gericht op de thematiek van verarming. Daarnaast is er sprake van een toenemend aantal ‘groene kerken’, kerken die de uitdaging aangaan om steeds verdere stappen te zetten op het pad van verduurzaming. Het lijkt boeiend om de vraag voor ogen te houden waar in een kerkelijke aanpak de overlap kan zitten tussen vergroening én armoedebestrijding? In ieder geval kan het daarbij inspirerend zijn om het maatschappelijk debat daarover, zoals hierboven geschetst, nauwlettend te volgen en wanneer de gelegenheid zich voordoet aan dat debat deel te nemen. Juist het oogmerk in dat debat om het draagvlak voor verduurzaming te versterken door vergroening te verbinden met armoedebestrijding, raakt aan de kerkelijke inzet om stem te geven aan en op te komen voor dat wat kwetsbaar is.

Door Trinus Hoekstra, via Kerk in Actie betrokken bij groenekerken.nl

Als werk weinig opbrengt

SCP-onderzoek naar werkende armen

Aandeel werkende armen in Nederland gegroeid en overtreft dat van Denemarken en België

als werk weinig opbrengtIn Nederland stijgt het aandeel werkende armen sinds 1990. De toename in de periode 2001-2014 is vermoedelijk vooral ontstaan door achterblijvende lonen, dalende winsten en toenemende werkloosheid. Werkende zzp’ers, alleenstaanden en mensen met een migratie-achtergrond behoren vaak tot de armen. Werknemers zijn vooral arm door weinig gewerkte uren, zelfstandigen door een laag uurinkomen.
Nederland telt verhoudingsgewijs meer werkende armen dan Denemarken en België, maar een stuk minder dan Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Dat hangt samen met uiteenlopende wetten en regelingen, maar ook met culturele verschillen.
Nederlandse gemeenten besteden in hun beleid weinig specifieke aandacht aan werkende armen en weten niet goed hoe ze deze groep moeten bereiken.
Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-studie 'Als werk weinig opbrengt; Werkende armen in vijf Europese landen en twintig Nederlandse gemeenten'.

Lees meer

Schuldhulpverlening van gemeenten nog niet op orde

een open deurNog steeds vallen te veel mensen tussentijds uit bij de gemeentelijke schuldhulpverlening. Ook krijgen zelfstandigen geen of onvoldoende hulp als zij schulden hebben. Gemeenten motiveren toewijzende en afwijzende beslissingen onvoldoende en te weinig op papier. De Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, ziet in zijn onderzoek 'Een open deur? Het vervolg' (2018/070) dat gemeenten de schuldhulpverlening verbeteren, maar heeft toch nog zorgen over de toegang daartoe. 'Het moet sneller en beter. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat schulden, zeker voor gezinnen met kinderen, schadelijk zijn. Gemeenten moeten zich dat aantrekken.'

Lees meer

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media