logo-sociale-alliantie6

Participeren met de nieuwe participatiewet

Ervaringen met de kostendelersnorm

clip-kostendelersnorm"Is dit genoeg?", vraagt advocaat Marc van Hoof nadat hij twintig minuten lang non stop het ene na het andere schrijnende voorbeeld op ons afvuurt in antwoord op de vraag naar zijn praktijkervaring met de kostendelersnorm uit de nieuwe participatiewet.
De advocaat houdt twee middagen in de week kantoor op het spreekuur van de Bijstandsbond Amsterdam. Zo nodig gaat hij voor spreekuurbezoekers naar de rechtbank en hij weet regelmatig een zaak te winnen.

Vader en zoon

"Vorige week had ik een is zitting waarbij de vraag van de rechter was: 'waar gaat het nu om, de belangen van de staat of de belangen van de man?'
Het gaat om een man van 57 jaar. Hij heeft dertig jaar in de maatschappelijke hulpverlening gewerkt. Op een gegeven moment stond hij op het perron van een metrostation en kreeg een ernstige angstaanval. Daarna werd hij nooit meer de oude en is volledig arbeidsongeschikt.
Hij heeft een zoon van 27 die bij hem in huis woont. De zoon heeft gewerkt, raakte werkloos, vroeg een uitkering aan en werd gevraagd om over vier weken te bellen. De zoon belde twee dagen te laat en kreeg te horen ‘de uitkering is afgewezen’. Die jongen zit thuis, weigert op-nieuw een uitkering aan te vragen, doet niks.
De vader kan en wil zijn zoon het huis niet uitzetten, maar de kostendelersnorm is op hem van toepassing. Deze man houdt na aftrek van alle vaste lasten per maand nog 14 euro en 8 cent over om van te leven. Een paar dagen per week krijgt hij te eten bij de stichting waar hij naar toe gaat. Dat is het. Er moet helemaal niks gebeuren, want dan heeft hij niks."

Moeder, zoon, zus

"Vanmiddag was er een man op het spreekuur die 25 jaar verslaafd is geweest aan hard-drugs. Door dat gebruik ging hij smokkelen en werd gepakt in Peru. Daar zat hij 8 jaar in de gevangenis.
Door zijn verslaving was alles in zijn omgeving stuk, geen contact met familie, niets. In de tijd dat hij gevangen zat is hij clean geworden en heeft geprobeerd weer iets van een relatie op te bouwen met zijn moeder en zus. Uiteindelijk heeft zijn moeder hem geld geleend voor een vliegticket zodat hij na zijn vrijlating terug kon naar Nederland. Op 22 december 2015 is hij teruggekeerd naar Nederland. Toen hij in Nederland aankwam, kon hij naar zijn zus waar hij de kerst doorbracht.
Daarna heeft hij een uitkering aangevraagd. Tijdens het gesprek werd er tegen hem gezegd: ‘je vraagt een uitkering aan als dakloze maar dat lijkt ons in jouw situatie niet verstandig. Het risico dat je afglijdt naar de oude situatie is dan levensgroot aanwezig. Kun je je niet inschrijven bij je zus?’ Hij heeft zijn zus letterlijk gesmeekt om zich bij haar te mogen inschrijven en uiteindelijk stemde ze toe. In het tweede gesprek werd hem gevraagd: ‘eten jullie samen, koken jullie samen en maken jullie samen het huis schoon? Ja? Dan is er sprake van een gezamenlijk huishouden, dus geen uitkering’. De eerstkomende twee jaar kan hij op dat adres geen nieuwe uitkering aanvragen vanwege een regel in de wet dat je binnen twee jaar geen nieuwe aanvraag kunt doen op hetzelfde adres.
De moeder van de man woont in een aanleunwoning. Daar kan hij niet terecht. Zijn zus weigert zijn kosten te betalen dus deze man wordt gedwongen om dakloos te worden, want werk vindt hij niet direct. De enige manier voor hem om op korte termijn aan inkomen te komen is door op straat te gaan zwerven..."

Moeder en dochter

"Op dit moment loopt er een zaak bij de rechtbank over de duur van de overgangsperiode. De rechter heeft daar ook vragen over gesteld. Waarom is er in onderstaande situatie gekozen voor de kortst mogelijke overgangsperiode van zes maanden, want dat hoeft niet per se.
Het gaat in dit geval om een oudere dame van 88 jaar. Ze heeft een dochter van 55 jaar die bij haar inwoont. Beiden zijn chronisch ziek. De dochter verzorgt de moeder. Samen hebben ze een zeer laag inkomen. De moeder heeft een onvolledige AOW en aanvullende bijstand. Maar voor aanvullende bijstand gelden in het kader van de kostendelersnorm dezelfde regels als voor de gewone bijstand.
De moeder heeft al 23 jaar een onvolledige AOW-uitkering die tot voor kort werd aangevuld tot bijstandsniveau. Na 23 jaar wordt dat ineens gekort met twintig procent! Waarom?
De wet ging per 1 januari in voor nieuwe gevallen. Voor lopende gevallen zoals in het geval van deze dame, werd de wet per 1 juli van kracht. Vanaf 1 juli werd mevrouw onmiddellijk gekort.
Oorspronkelijk wilde men de kostendelersnorm ook invoeren voor de AOW maar met een overgangsperiode van vier jaar. Dus waarom in de bijstand zo kort? Omdat men er van uit-gaat dat mensen voor zichzelf zorgen? Hoe moet dat ingevuld worden door iemand van 88 die bedlegerig en incontinent is? Dat kan niet. Die kan niet zelf nog inkomen verwerven. Hoe moet ze dat doen? Als toiletjuffrouw?
Deze vrouw is fors gekort op haar inkomen, terwijl ze extra kosten heeft als gevolg van haar ziekte. Ze moet drie tot vijf keer per dag douchen. De luiers worden vergoed via de zorgverzekering maar de bedmatjes niet, terwijl ze die ook nodig heeft. Omdat ze die niet kan betalen is ze daar mee gestopt. Nu gebruikt ze kranten. Wat is in dit geval het doel van deze regeling? Het schiet door!"

Oom en nichtje

"Een ander geval: een vrouw met twee kleine kinderen woont al tien jaar op een adres bij een oom. Die oom wilde en wil geen huur. Zij kookt, hij werkt. Maar als hij thuis is eten ze gezamenlijk. Zij houdt het huis schoon. Dus: gezamenlijke huishouding. 'U kunt met uw oom leven, die kan u onderhouden', volgens de uitkeringsinstantie. Wat moet ze doen?
Er is enorme woningnood in Amsterdam. Deze mevrouw moet, wil ze aan inkomen komen, met haar twee kinderen waarvan de jongste vier maanden is, de straat op.
De oom weigert voor haar en de twee kinderen te betalen. Dat kan ze ook niet afdwingen. Dus enerzijds wordt er gezegd ‘je moet elkaar opvangen', maar dat moet je dan wel zo in-richten als in de wet staat. Op het moment dat de een kookt voor de ander, je samen eet en je maakt het huis schoon dan is er sprake van een gezamenlijke huishouding en ben je aan-gewezen op degene met een inkomen. Omdat de oom een inkomen uit werk heeft, krijgt zijn nichtje niks.
De staatssecretaris heeft, gelet op de woningnood, gezegd dat opvang van een dakloze geen gevolgen heeft wat betreft de kostendelersnorm. Maar daar moet wel bij gezegd worden ‘doe alles gescheiden, dus kook niet samen, eet niet samen en doe de was gescheiden, want anders heb je een probleem’."

"Ik merk dat het begrip gezamenlijke huishouding aan erosie onderhevig is. De samenleving verhardt. De laatste jaren moeten we naar de participatiesamenleving. We moeten allemaal voor elkaar zorgen. Er wordt verwacht dat familie elkaar helpt. Maar... elkaar helpen in relatie tot het begrip gezamenlijke huishouding luistert nauw. Wederzijdse zorg wordt al snel aangenomen bij een gezamenlijke huishouding met alle gevolgen van dien voor het inkomen.
Bij de aanvraag worden standaard dezelfde vragen gesteld, waaronder ‘maakt u samen het huis schoon?’, 'als mevrouw de was doet, wast ze dan ook uw kleren?’, 'als uw zus ziek is verzorgt u uw zus dan?'. ‘Nee, als ze dood op de grond ligt dan stap ik er gewoon overheen’, dat moet je antwoorden. Zeg je 'nee natuurlijk verzorg ik haar', dan wordt er gezegd 'wederzijdse zorg, want u woont onder hetzelfde dak. U zorgt voor elkaar, dus u hebt een gezamenlijke huishouding’. Terwijl feitelijk de zus niet betaalt en dat kan hij ook niet afdwingen. In een huwelijk kan dat, maar hier kan dat niet. De enige optie is dan het huis uit en in geval van bovenstaande voorbeelden betekent het dakloos worden."

Sandra van Berlo en Ine Molenkamp

Zie ook het Zwartboek kostendelersnorm door Groot MO/GGz overleg Amsterdam.

Afdrukken

Deel deze pagina via sociale media

logo armoede live 10jaarlater

logo expeditie sociale cooperatie

Adres

t.a.v. Amel Namane/ Sociale Alliantie
p/a FNV
Correspondentie per mail heeft de voorkeur:

mailadres2

Volg ons op sociale media