Economie voor beginners: donut-economie
Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.
De Britse econoom Kate Raworth is met haar pleidooi voor een duurzame en sociale economie het gesprek van de dag in 2017. In haar boek ‘Doughnut Economy’ presenteert zij een economisch model in de vorm van een donut en met dit beeld van een zoet broodje helpt zij ons beginners met een lesje economie.
Donut als economisch model
Raworth is verbonden aan Oxford University en zij brengt de ‘economie van de 21ste eeuw’ in beeld met de donut, het meest verkochte en gegeten broodje op aarde. In haar model is het broodje zelf, de ronde ring, het veilige, rechtvaardige, duurzame gebied. Daar produceert, consumeert en leeft iedereen zonder schade aan natuur of klimaat toe te brengen. Daar is voldoende voedsel en werk, gezondheid en democratie. In een ideaal beeld natuurlijk. In het gat van de donut geeft Raworth de tekorten weer die mensen overal in de wereld willen oplossen. De binnenste ring van het broodje is het sociale fundament, wat minimaal nodig is voor welzijn. Raworth definieert elf basisvoorzieningen waar ieder mens recht op heeft. Aan de buitenrand komt het ecologisch plafond van ruimteschip aarde in beeld met negen planetaire grenzen, zoals luchtvervuiling, klimaatverandering, uitgeputte bodems. Hier is niet iedereen mee bezig, maar zou het wel moeten zijn: een duurzame economie houdt rekening met wat nodig is voor de zorg voor ons ruimteschip. Volgens Raworth is de doelstelling van de mensheid in de 21ste eeuw om binnen het ‘rechtvaardige en veilige’ deel van de donut te komen en te blijven.
Kritiek op de economische opleidingen
Raworth begint haar boek met verschillende voorbeelden van protest in het huidige economieonderwijs. Zo beschrijft ze hoe studenten het college van Gregory Mankiw, de auteur van het meest gebruikte boek in de macro-economie, uit liepen. Ook beschrijft ze het International Student Initiative for Pluralism in Economics. Volgens Raworth is er getuige de protesten van de studenten behoefte aan fundamentele verandering in het economieonderwijs. Want juist in het onderwijs en de gezaghebbende wetenschappelijke tijdschriften is er sprake van grote vasthoudendheid aan het neoklassieke denkkader van de economie. Ook in Nederland domineert de neoklassieke economische theorie, de focus op BBP-groei, en neoliberalisme. Nauwelijks een kwart van de tijd wordt besteed aan andere economische scholen. Raworth stelt dat economen niet langer hun tijd moeten besteden aan het ontdekken of vastleggen van ‘wetten’, maar zich moeten richten op het ontwerpen van distributieve en regeneratieve systemen. Markten zijn inefficiënt en groei is niet zaligmakend. ‘We hebben een ecologisch plafond en een sociale drempel.’ En daarom gebruikt ze het beeld van de donut in plaats van de Bruto Binnenlands Product-definitie.
Verbonden aan de eigen geschiedenis
Raworth heeft haar boek opgedragen aan het potlood. Het motto luidt: "Het machtigste instrument in de economie is geld noch algebra. Het is een potlood. Want met een potlood kun je de wereld veranderen." Raworth omschrijft zichzelf als een woordenmens die werkt met beelden. In haar tijd als Oxfam-campaigner was ze altijd bezig met het visualiseren van de waardeketens van multinationals om goed voor ogen te hebben waar Oxfam tegen ageerde. De tekeningetjes hingen al snel overal. Op een gegeven moment had iedereen in Oxfam het over de taartpunten van Rockströms planetaire grenzentheorie. Gebaseerd op een analyse van negen kritieke ecologische processen - van klimaatverandering tot vervuiling, van verzuring van de oceanen tot aantasting van de ozonlaag, van drinkwatertekorten tot biodiversiteitsverliezen - hadden Rockström en zijn team negen kritische kernwaarden geïdentificeerd die niet overschreden mochten worden. Die kernwaarden omgezet in negen taartpunten leverden een krachtig beeld op van de ecologische opdracht waar de mensheid mee geconfronteerd wordt.
Maar volgens Raworth ontbrak een visualisatie van hoe de mensheid die grenzen kon aanhouden bij een snel groeiende wereldbevolking, die bovendien geconfronteerd wordt met een reeks van sociale uitdagingen, die zijn opgesomd in de Sustainable Development Goals van de VN. Toen is er bij Raworth een connectie gemaakt: ‘we hebben niet alleen een ecologische agenda waar we ons aan moeten houden, we hebben ook een grote minimale sociale rechtvaardigheidsopdracht. Niet alleen een ecologisch plafond, ook een sociale drempel.’ Het was de geboorte van de donut.
De combinatie van die twee is de uitdaging van de 21ste eeuw: sociale verheffing van al diegenen die geen toegang hebben tot goed water, goed voedsel, gezondheidszorg, huisvesting, betekenisvol werk, veiligheid en goed onderwijs en het behouden van de ecologische kernwaarden van de planetaire grenzentheorie. Het beeld van de donut vangt die mondiale politieke agenda in een plaatje. Dat verklaart het succes. Iedere politicus, stad, onderneming, ngo, iedere burger kan aan de hand van de donut in een oogopslag zien of zijn of haar handelingen bijdragen aan een duurzame en sociale toekomst.
Ontmaskering
Een van de scherpste passages in het boek is de ontmaskering van de claim van waardevrije economische theorie. Raworth gaat terug naar onder andere Jeremy Bentham (1748-1832), William Stanley Jevons (1835-1882) en Léon Walras (1834-1910). Die laatste twee gebruikten Bentham’s filosofie van het utilitarisme als basis voor de economische theorie, die tegenwoordig de neoklassieke wordt genoemd.
Aan de hand van zeven klassieke plaatjes uit de geschiedenis van het economische denken lanceert Raworth een frontale aanval op de economische wetenschap en plaatst daar een sociaal en duurzaam alternatief tegenover. Het gaat dan om de fetisj van het bruto binnenlands product (bbp); de aanname van de individualistische economische actor, homo economicus genaamd; het idee van de eigenstandige, op zichzelf staande markt; het mechanische marktevenwicht; de omgekeerde U-curves van ongelijkheid en verduurzaming (hoe rijker, hoe gelijker en schoner); en de illusie van exponentiële groei.
De economische wetenschap is vorige eeuw het pad opgegaan van wiskundige vergelijkingen en modellen, stileringen van de werkelijkheid. Tegelijk was er na twee wereldoorlogen in de geïndustrialiseerde wereld behoefte aan een opbouweconomie en een handige maatstaf daarvoor. Die twee ontwikkelingen samen hebben ‘economische groei’ het gewicht gegeven dat het nu heeft. Raworth legt niet alleen uit hoe deze theorie aanneemt dat ieder mens op rationele wijze zijn of haar onverzadigbare behoeften probeert te vervullen (de calculator van de homo economicus), maar laat ook zien hoe deze theorie uiteindelijk verheven is tot een normatief model voor het gedrag van economische actoren. Individuen en bedrijven maximaliseren niet alleen hun nut en hun winst (descriptief), maar volgens de neoklassieke economie moeten ze dit ook doen (prescriptief). Neoklassieke theorie is dus niet waardevrij, zoals wordt gesteld maar juist normatief. Hoe normatief kunnen we zien in sectoren die van oudsher als niet-economisch marktmodel zijn begonnen, maar nu wel zo handelen: zorg, onderwijs, woningbouw, welzijn, veiligheid, energievoorziening, waterzorg. Waar in de economische theorievorming overheden eerst als tegenhanger van de markt worden gezien, denken en doen ze nu alleen maar als een markt en zit de economische theorie er wettelijk ingebakken, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de eis van de openbare aanbesteding.
Nieuw mensbeeld centraal
Om nieuw economisch denken te realiseren, stelt Raworth voor het nauwe mensbeeld van de ‘homo economicus’ te vervangen door één dat gebaseerd is op wederkerigheid, veranderende waarden, onderlinge afhankelijkheid en verbondenheid met de natuur. En Raworth reikt een nieuwe manier van kijken aan op economie: niet mechanisch maar dynamisch; niet atomistisch maar holistisch; niet enkelvoudig maar meervoudig; niet exponentieel maar stationair; niet geïsoleerd maar verworteld; niet antropocentrisch maar ecocentrisch. En daarvoor gaat Raworth te rade bij klimaatwetenschappers, duurzaamheidsdenkers en complexiteitstheoretici.
Ook stelt Raworth voor niet langer te wachten op het moment waarop economische groei vanzelf ongelijkheid oplost. Dit moment, zo stelt ze, zal simpelweg nooit komen. In plaats daarvan oppert Raworth de economie ‘distributief’ in te richten, door onder andere de invoering van een maximuminkomen, rentevrij geld, belasting op vervuiling, een basisinkomen, nieuwe (juridische) organisatiestructuren, verschillende manieren om kennis gemeenschappelijk te maken, een kortere werkweek en een wereldwijd belastingsysteem voor bedrijven.
Planetair huishouden
Raworth toont inzicht door te stellen dat sommige van haar belastingvoorstellen op dit moment onhaalbaar klinken en vervolgens te benadrukken dat veel ooit onhaalbare ideeën - bijvoorbeeld de afschaffing van slavernij en kiesrecht voor vrouwen - inmiddels onvermijdelijk zijn gebleken. Raworth verwacht dat de 21ste eeuw de eeuw van het ‘planetaire huishouden’ wordt, en dat globale belastingheffing daarin onvermijdelijk gaat zijn. Het is nodig dat bedrijven en financiers hun doelen bijstellen, terwijl overheden anders moeten gaan denken en doen.
Tot slot moet de economie volgens Raworth niet alleen distributief zijn, maar ook regeneratief. Dus niet ‘nu groeien en later opruimen’, maar meteen het goede doen. We moeten dus zo spoedig mogelijk van een degeneratieve industriële economie naar een regeneratieve circulaire economie.
Om zo’n economie te bereiken is het nodig dat bedrijven en financiers hun doelen bijstellen: het doel dient niet langer winstmaximalisatie of maximale aandeelhouderswaarde te zijn. In plaats daarvan moeten we naar een waarde die gedreven wordt door ambitie en langetermijndenken. Voor de 21ste-eeuwse econoom ziet Raworth een rol weggelegd in het ontwerpen van economisch beleid dat dit mogelijk maakt.
Kate Raworth: ‘Donut Economie. In zeven stappen naar een economie voor de 21ste eeuw’, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 24,99 euro.
Website https://www.kateraworth.com/
Hub Crijns, bestuurder Landelijk Katholiek Diaconaal Beraad en Knooppunt Kerken en Armoede
Klik hier om naar de startpagina van dit themadossier 'Economie anders' te gaan.