Armoede Live 10 jaar later: Rianne

Toekomst is gewoon heel moeilijk

Een oplossing voor armoede? Rianne is 53 jaar en heeft te kampen met haar gezondheid, nu al langer dan 20 jaar. “Ik ben zieker geworden, nog minder capabel om iets te doen.” Ze volgde een werktraject via de Participatiewet waar ze veel energie in heeft gestoken, maar ze kan steeds minder uren werken. Betaald werk? “Ja, ik heb het opgegeven. Geeft het rust: nee! Natuurlijk niet, want financieel krijg ik alleen maar meer gaten.” Rianne wil onafhankelijk blijven en pleit voor een fair loon.
Ze was gewend vaker op korte vakantie en uit eten te gaan, maar sinds haar scheiding veranderde dat. Rianne vertelde erover in de eerste serie van Armoede Live, in 2007 en 2008 en deed ook mee aan de bijbehorende film. Het was niet eenvoudig te vertellen over haar vermoeidheidsziekte, hoe het voelt en wat het me je doet. Hoe kijkt Rianne in 2017 terug op de afgelopen tien jaar? Wat is er gebeurd?

Rianne
Foto: ©Louis Brown

Vrijwilligerswerk

In 2007 deed Rianne vrijwilligerswerk en keek ze terug op haar scheiding. Ze zat middenin een moeilijke financiële situatie, met een puberzoon, 50 à 60 euro per week leefgeld en allerlei uitgaven rondom mobiele telefoons, internet en een laptop voor haar zoon.
In 2017 zie ik haar weer, nog steeds in een uitkering en ze doet geen vrijwilligerswerk meer. Haar zoon is inmiddels al bijna 10 jaar het huis uit. Rianne is nog steeds ziek (ME/CVS en fybromyalgie) en dat is elke dag moeilijk. Ze is wel “minder dan vroeger workaholic”, vertelt ze. En ze heeft “een hele lieve vriend..... Ik neem nu meer tijd om van het leven te genieten”. Ze maakt zich wel zorgen om de toekomst.

“Het 'even aanpakken' was mijn valkuil”

“Ik ben blijven proberen te werken, en waar ik terechtkwam, dat was altijd vrijwilligerswerk. Ik heb veel cliëntenraadswerk gedaan, daar kwam dan weer iets in de provinciale ondersteuning bij, zo ben ik van het ene naar het volgende gegaan. Toen mijn tijd bij de cliëntenraad er bijna op zat had ik al weer werk op een kantoor, ook vrijwilligerswerk. Dat paste mooi na die opleiding administratief werk. En ik moest, en wilde, aan die tien uur gemiddeld per week komen. Nieuwe uitdagingen zijn leuk, en intensief, soms blijkt dat ik dat niet vol kan houden en soms blijkt iets gewoon mijn plekje niet te zijn. Dan zoek ik nieuwe dingen, minder actief, minder fysiek. Bij de Voedselbank werd ik goed begeleid door de floormanager, en toch was 'even aanpakken' mijn valkuil. Viavia; je overal mee bemoeien; netwerken heet dat? ….”, somt Rianne lachend op. “Dan kwam de vraag wil je bij vluchtelingenbegeleiding komen. Geprobeerd, maar mensen krijgen verwachtingen, dat moet ik niet doen.”

Betaald werk

“Tien uur per week, maximaal twee uur per dag deed ik administratief en ander licht werk. Van de toenmalige casemanager mocht ik een opleiding doen. Toch bleef ik nog in het vrijwilligerscircuit hangen. Na een workshop voor ‘nieuwe werklozen’, ondertussen was ik toch al 15 jaar in de bijstand, en na een kranteninterview werd ik gebeld: ‘Ik wilde werken? Beperkt aantal uren? Hij had werk. Weinig uren’.
Het bleek te gaan om administratief werk op een camping. De Participatiewet was net ingegaan en er was nog weinig bekend over wat en hoe. Na twee maanden proeftijd startte het traject met keuringsarts en UWV. Dus werkte ik nog enkele maanden verder, met behoud van uitkering en met reiskostenvergoeding. Een jaar na het gesprek met het UWV, ‘je wilt graag, maar maak goede afspraken met de bedrijfsarts of de baas’, kreeg ik nog een uitnodiging voor een gesprek over mijn belastbaarheid. Uiteindelijk heeft het werk op de camping had nog geen half jaar geduurd, het was al weer over voor het verslag van het UWV er was.”

“ (…) alleen het seizoen en dan kan je weer vertrekken.”

“Op de camping was niet veel tijd voor inwerken, ze waren steeds op vakantie. ‘Achteraf had ik moeten zeggen dat ik zou beginnen als er meer tijd was voor inwerken, maar ja… een kans… en ik wilde… 'Werk je daar...' reageerde men vaak en dan werd er al meewarig gekeken. Later hoorde ik dat ze dat vaker doen zo, alleen het seizoen en dan kan je weer vertrekken.
Met maximaal twee uur werken per dag, dat is lastig: vragen blijven liggen tot iemand weer binnen is en dat afmaken en als je dan 2,5 uur werkt, dan werk je al een kwart meer. ‘Daar stak ik wel heel veel energie in, bleek achteraf, er voor willen gaan’. Mijn casemanager raadde aan te blijven praten, het gesprek aan te gaan, zelf werkafspraken maken. Dat is een nadeel, zelf je werk vinden en dan niet onder de begeleiding van de gemeente vallen, of omdat ze denken dat je het zelf wel kan, 'slim genoeg' … ja dat hoor ik ook vaak. En soms, dan is er iets dat goed gaat, en dan … of het dan is dat ik in een uitkering zit en goed presteer en dat past niet in het beeld, of dat ik niet consequent functioneer ...?
Uiteindelijk, met de gesprekken met de verzekeringsarts en over de belastbaarheid is er uit gekomen dat ik nog minder moet werken. Wat ze adviseren is: 'overleg maar goed met de bedrijfsarts of de baas en kijk hoe het gaat…. één à anderhalf uur per dag en minimaal een dag ertussen om bij te komen.' De bal ligt bij de gemeente en daar ligt ie nog.”

“Ik kan beter knokken voor anderen en hun belangen.”

“Veranderd is dat ik niet meer kan opkrabbelen naar dat betere niveau. Als ik mijn ontbijt op heb en de hond uitgelaten heb….. koffie is pep voor iedereen maar ik val in slaap. Blijven bewegen, dus Qigong, korte wandelingen met de hond, liefst ook zwemmen, en zodra het ongemakkelijk voelt, kijken hoe het wel kan, houding, spieren versterken, veel luisteren naar je lijf, niet over je grenzen gaan, wordt er gezegd, maar dat lukt niet altijd als je maar zo'n beetje kan doen.
Vooral naar jezelf luisteren en mee leren leven was altijd de boodschap. Op een gegeven moment ben ik naar mijn huisarts gegaan van: ‘daar, op dat wil ik dat gezocht wordt’ en dat kon niet volgens haar. De uitslag was 'besmetting met Borreliose', maar daar kwam ik ook niet verder mee. Ik kreeg die lange antibiotica-kuur van twee weken en dat was het volgens mijn huisarts. Maar ja, die typische kring en zo was al wel zo’n 20 jaar ervoor, je hoort of leest dan toch ook wel over een andere aanpak, maar daar voor knokken… Ik kan beter knokken voor anderen en hun belangen.
Ja, ik heb nog steeds dezelfde huisarts, het is een maatschap hier. Overstappen... daarnaar informeerde ik al eens bij mijn verzekering, maar dat raadden ze toch af. Mijn vorige huisarts? Is te ver weg. Ik kijk gewoon wat ik zelf kan doen, want elke keer als ik iets vraag over mijn gezondheid zegt ze: 'je doet het goed'. Dat is wel fijn en geeft vertrouwen, maar ik heb later toch het idee dat er iets beter kan, maar wat? En dan neem ik me weer voor een goed gesprek aan te gaan met haar.”

Werk en vakantiegeld

“Het 'ik wil weer aan het werk komen': dat heb ik opgegeven, dat ik dat nog kan. Minder uren, binnen de woonplaats. Het voelt soms zo uitzichtsloos. En dan sommige reacties: ' je kunt het als je maar wil' … En… ik ben niet alleen, wel willen hoor, graag zelfs, maar… En als ik dan hoor over vakantiegeld korten: 'want die mensen die hoeven toch niet op vakantie'… of bijzondere bijstand enzo kunnen minder, want vakantiegeld kan gebruikt worden… Nou, dat geld gebruikten we al niet voor vakantie, maar voor repareren of vervangen van de wasmachine, de kapotte fiets, voor vervoer en weet ik wat!'
En er klopt nog iets niet, onze luxe…?: in loondienst krijg je 8%, ca. 1 maandinkomen, vakantiegeld. Wij krijgen 5%, iets meer dan de helft van onze maandelijkse uitkering. Vakantie? Ontspannen? Ontstressen? Weg van de dagelijkse sores?... Ja, willen werken… ik heb het opgegeven, geeft het rust? Nee! Nee natuurlijk niet, want financieel krijg ik alleen maar meer gaten, veel regelingen zijn afgeschaft of elders ondergebracht, informatie erover is niet altijd duidelijk. En … zelfrespect, eigenwaarde, financieel onafhankelijk, voldoening, collega’s, pensioen…?”

“Wat was nul, geen pijn? Ik wist het niet meer.”

“Ik heb niet meer tijd om dingen te doen. Waar een ander tien dingen op een dag doet, daar heb ik een week voor nodig. Dan moet ik het goed zeggen: zeven dagen en dan met dagen rust ertussen, meer kan ik niet doen, dan ben ik uitgeput en als ik dan toch doorga omdat dit of dat nog moet gebeuren, dan stopt mijn lijf ermee en dan is 't in m'n hoofd ook gewoon klaar en kan ik 't niet meer bevatten, hoe slim ik dan ook over mag komen, … weer dagen nodig om bij te komen, donker, stilte. En als ik buiten kom, dan lach ik weer.
Mijn fysiotherapeut vroeg: hoeveel pijn heb je? Geef dat eens een cijfer. Dat was moeilijk, ik wilde er niet aan denken, doorgaan, tot ik instortte, al zo lang. Wat was nul, geen pijn? Ik wist het niet meer. Dat moest anders. Samen houden we mijn spieren zo soepel en sterk mogelijk. Maar ook me weer bewust worden van de pijn, er naar leren luisteren, op tijd rusten en dan kan ik doorgaan, werken. Totdat ook daar de voorziening veranderde. Ik deed een aanvraag voor Bijzondere Bijstand voor fysiotherapie en die is afgewezen. ‘Dan moet ik al mijn werk stoppen, want dan verkrampen al mijn spieren.’ Voorliggende voorziening: de collectieve zorgverzekering via de gemeente. Nu ben ik daar wel klant: twee derde van het eerdere aantal behandelingen is het nu, maar meer dan alleen mijn vorige zorgverzekering.
Ik kan het alleen in voorbeelden uitleggen. In het weekend ga ik leuke dingen doen, met mijn vriend, hij heeft zijn sociale leven drastisch teruggeschroefd. Daarnaast, als we dan toch ergens met de hond naar toe gaan, of naar die verjaardag of dit of dat, dan zorgt hij voor het eten, hij gaat zelfs mijn hond uitlaten, zodat ik kan rusten, omdat ik anders de volgende dag helemaal niet meer mee kan. Maar die hond is er voor mij. En maandag en dinsdags ben ik helemaal klaar en 's woensdags begin ik een beetje op te krabbelen en dat moet ook wel, want dat en dat en dat moet er gebeuren, want de hulp kan niet alles alleen en dan heb ik donderdags qigong en boodschappen bij de goedkope supermarkt daar of dan moet ik bedenken ga ik nog zwemmen of kan ik dat niet doen omdat … dat is toch wel heel beperkt.”

Generaties en armoede

“Ik heb wel veel steun, mijn zoon is snel volwassener geworden, hij is mee blijven denken. Tien jaar geleden ging hij studeren en op kamers wonen; iets voor hem betalen, van een alleenstaanden-uitkering kan je niet ... meedenken wel, je ziet dat hij moeite heeft rond te komen. Hij komt in het weekend zo vaak mogelijk hier, helpt waar hij kan. Daar wringt het, dat ze van de WMO ... gemeente en indicatie-orgaan zijn niet altijd eenduidig … zeggen dat hij nog meer moet helpen thuis, werken kan dan niet of studeren …. een ander kind dat studeert neemt ook de was mee naar huis en dan wordt ook niet gezegd dat dat niet mag, die mag ook nog kind zijn en ondersteuning van huis krijgen. Hier was … is het omgekeerd. Als ouder wil je je kind toch vooruit helpen? En dan hoor je over generatie-overschrijdende armoede …. een term die in mijn hoofd is blijven hangen… er wordt gezegd: iedereen kan studeren, maar het wordt wel heel moeilijk gemaakt. En als ik dan hoor viavia dat hij niet meer bij mij wilde zijn juist omdat hij mij steeds moest helpen…
Hij ging een opleiding doen, met veel extra kosten. Hij ging in de studentenvereniging en de studentenraad, allemaal goed voor contacten en ervaring. En hij moest werken, geld hè… Uiteindelijk moest hij daar stoppen. Hij begon een andere studie, niets meer ernaast. Toen zijn beurs was afgelopen en hij moest kiezen: meer lenen of meer werken, zei hij: ‘dan probeer ik zoveel mogelijk te sparen en kijk waar ik mijn eindstage kan doen’. Dan is ie ineens langstudeerder, ingewikkeld en hij heeft heel veel zelf uitgezocht.
Afgelopen maandag heeft hij zijn eindscriptie ingeleverd, hij begon bijna 10 jaar geleden. Gelukkig had hij een mooie alimentatie, maar halverwege het eerste studiejaar werd dat minder, zijn vader had het zelf nodig, zei hij. Een kind, 18 jaar, kan daar niet tegenin. Ik kon me er niet meer mee bemoeien, een advocaat inhuren kon ook niet. Dus maak je er het beste van, in gesprek blijven. Het gaat beter nu. Dat is fijn. Nu afwachten of zijn scriptie op tijd wordt goedgekeurd of dat zijn beurs wordt omgezet in een lening. Zijn vader en ik hadden altijd gespaard voor hem, voor later. Maar dat is intussen op. Dan wordt er gezegd: iedereen kan studeren, ja, andere studenten werken er ook bij. Maar dit is niet voor de luxe, en dan ook het verantwoordelijk gemaakt zijn voor een ouder, dat maakt het zwaar. Student zijn, studentendingen doen…de kansen zijn niet eerlijk. Ik weet ook niet hoe het eerlijker kan hoor... een beurs afhankelijk van het inkomen van de ouders?… is vast ingewikkelder nu… En niet iedere ouder wil helpen…”

“(...)want er komen veel anonieme tips”

“Intussen heb ik iemand leren kennen, daar gaat ook tijd en energie en aandacht inzitten, maar daar krijg je ook energie van. Uiteindelijk is dat ook een valkuil, want ik merk gewoon dat het weekend samen voor mij ontzettend intensief is. En als mijn zoon dan ook thuis is, dan ben ik blij als het huis weer van mij alleen is, dat ik weer rust heb. Dan is er niet echt iets verbeterd.
Mijn vriend probeert me zoveel mogelijk te helpen. Maar hij is ook ziek. Dus heb ik gevraagd: mag hij rondom ziekenhuisbezoek hier zijn, dat is makkelijker, scheelt heen en weer rijden en het is ook allemaal best spannend en ernstig. Dan krijg je vragen terug: 'Wie betaalt de vaste lasten? en de wekelijkse boodschappen? Rijden jullie in elkaars auto? Wie betaalt de vakantie? Of ik zijn was doe', dat soort vragen. Dan denk ik: vanuit de WMO mag iedereen mij helpen, mantelzorg verlenen, maar als eenzelfde persoon dat te vaak doet of ook nog mijn vriend is dan ….. en iedereen mag zijn auto delen in het kader van duurzaam, maar ik… Maar dus ook als ik mijn vriend wil helpen… En ik hoor dan dat het fijn is dat ik antwoord geef op al die vragen, 'want er komen veel anonieme tips. Steeds weer de kans… het gevaar om fraude te plegen. Overleg helpt wel, want het kan nog.
Hoe kan ik een stabiele relatie opbouwen? Mijn vriend zoekt graag afleiding: 'we gaan wat leuks doen'. Dat leuks doen, daar hangt ook een prijskaartje aan en dat maakt de relatie heel onevenwichtig, --. Hoe vaak mag ik mee? En me laten trakteren? Wie betaalt de vakantie? Als hij op mijn niveau met vakantie moet …. Dat frustreert mij vreselijk. Mensen zeggen wel eens: 'helpt het niet als je gaat samenwonen dan ben je van die vragen af'. Ja… Dan betaalt híj mijn rekeningen, …. Maar iedereen zelfredzaam...? Dan ben ik toch nog afhankelijk?”

Pensioen en voorzieningen

“Mijn pensioen? Dat duurt nog even en nog iets langer ook tegenwoordig. En mijn oudedagsvoorziening, dat eigen huis van toen, dat is al op, want dat moet eerst als je in de bijstand belandt. En wat ik zelf opbouwde? … ik moest al snel minder werken en stoppen.
Voorzieningen? Er veranderde veel en je moet goed opletten. Voor de Eigen Bijdrage WMO er was, was er Bijzondere Bijstand. In 2015 kreeg ik geen rekening. Vaak om gevraagd bij het CAK, die regelen de rekeningen, en bij mijn gemeente. Ze mogen tot in het oneindige nog de rekening sturen. Uiteindelijk wist het CAK van mijn gemeente dat de rekening spoedig zou komen. Het duurde lang, ik belde weer: De gemeente ‘wist nog niet of ze het zouden doorberekenen aan klanten'. In 2016 kreeg ik twee rekeningen. Ook 2015. De Bijzondere Bijstand werd afgekeurd: de zorgverzekering is de voorliggende voorziening. Geen Sociaal Raadslieden hier, wel juridische bijstand bij dat ene advocatenkantoor. Een jonge advocaat wilde wel helpen, dan aanvraagprocedure enz. Dat ene telefoongesprek, nee, dat had ik niet op papier… Ze schreef één brief. Meer tijd stond er niet voor deze kleine zaak, voor mij was het wel belangrijk: 250 euro. Het antwoord: de gemeente was de rekeningen 2015 vergeten, was laks geweest. Einde verhaal.”

“Zo makkelijk gaat dat, in de problemen komen.”

“Die vergoeding Eigen Bijdrage WMO gaat via het gemeentecollectief bij die ene zorgverzekering. Door eerdere slechte ervaringen was ik daar geen klant meer. En als ik in 2016 wel weer klant was geworden daar, hadden ze dan ook 2015 betaald voor mij? Maar ja, die brief had ik dus niet begrepen: ‘huishoudelijke hulp via de zorgverzekering’, ik heb een PGB, en die kwam toen ik mijn best deed om te werken op de camping, ver voor december. Toen de aanbieding kwam voor het collectief en je kon overstappen, was ik die brief al weer vergeten.
Zo makkelijk gaat dat, in de problemen komen. Nu betaal ik nog af bij Het CAK. Ik sta erg rood, al heel lang en net niet lang genoeg rood om mijn rekeningen geblokkeerd te krijgen. Ik kan gelukkig veel rood staan, dat is ook gevaarlijk. Voorzieningen…. 'Roodstaan'… is dat er ook één? Na zo lang is alle reserve op en ook de spullen zijn een keer op. Dan is het jammer dat er zo veel verdwenen is.”

“Ik heb het idee dat het voor mensen moeilijker wordt. Om de dingen geregeld te krijgen. (…) Het hele digitale gebeuren ..”

“Een voorziening willen aanvragen en dan word ik weggestuurd van 'dat moet je digitaal aanvragen', maar ik wist ‘dat ene formulier is niet digitaal’. Jammer dat niet iedereen aan de balie dat weet. Er is veel veranderd. Als lid van de cliëntenraad wist ik wat en hoe, nu ben ik dat wel kwijt. De communicatie kan beter, naar de klant en onderling. Want dat ene formulier, die Individuele Inkomenstoeslag, mag niet binnen het jaar weer aangevraagd, maar als je het later inlevert, is dát de nieuwe peildatum… ook een manier van bezuinigen. Ik heb het idee dat het voor mensen moeilijker wordt. Om de dingen geregeld te krijgen. Meer vakjes en hokjes. Het hele digitale gebeuren, digitaal bladeren, voor mij maakt het er niet simpeler op.”

Toekomst en onafhankelijkheid

“Toekomst? Jaren geleden zei een casemanager: de enige manier om uit de uitkering te komen is: trouwen. En een ander zei: de lotto winnen. Maar ze hebben wel gelijk. De lotto winnen, graag, maar loten kopen vind ik zonde van m'n centen, dat kan ik beter uitgeven aan eten. En trouwen? Eén persoon om mijn hand op te houden? Vroeger was er ook een kostwinner. Ik heb het zelf kunnen meeverdienen. Maar nu, nu is het hele stelsel toch op tweeverdieners gebouwd. Ik word dan voor alles en alle hulp afhankelijk van het salaris van die ene persoon, dan ga ik lopen chagrijnen, nou ja, gezellig …?
Als ik mijn toekomst zie en zo afhankelijk ben, dan is er moeilijk ergens nog iets gelijkwaardigs … het grootste probleem is dat ik het moeilijk vind om afhankelijk te zijn. Ik ben heel enthousiast, heel blij met mijn vriend. Maar als je dan vraagt naar de toekomst … Na een weekend samen en als mijn zoon er dan ook nog is… heel gezellig…, maar ’s maandags ben ik lekker weer alleen: rust.

Mijn vriend is zelf ook ziek, in behandeling, een auto-immuunziekte, progressief. En hij heeft nog de afwikkeling van een vervelende scheiding. Dus we hebben allebei zoveel aan de hand; ik moet mijn grenzen afbakenen, goed plannen met energie, verjaardagen, dingen die moeten gebeuren, ik moet steeds opletten. Het is wel een heel erg beperkende factor. Ook hij is steeds meer beperkt in wat hij kan, we helpen elkaar.

Dat neemt niet weg dat ik gewoon geniet. In de tuin of onderweg, een vogel of een vlinder…. ; dat we de polder in lopen …. ; of we zitten in de auto 'kijk daar een konijn' en hij zegt: 'jij ziet dat en dat heb ik nooit zo meegemaakt, dat iemand zo bewust op de kleine leuke dingen let!' “

Genieten van de kleine dingen

Ik vind toekomst gewoon heel moeilijk. Kan ik alleen afhankelijk zijn van …? M'n zoon had op gegeven moment een vriendin en dan zei hij: 'Mam als wij later aan het werk zijn, dan hebben wij een groot huis en dan kom jij in een blokhut in de tuin en dan mag jij op de kinderen passen. Wel met een groot slot aan de buitenkant hoor.' Daar konden we wel om lachen. Er zijn situaties waar je moeilijk uitkomt op eigen kracht, hoe ver moet je dan in de toekomst kijken?”
“Er is veel veranderd, met mijn zoon komt het wel goed. En ik heb een lieve vriend, maar zolang zij de scheiding niet wil afhandelen zit hij gegijzeld. En dan nog zijn gezondheid, gelukkig slaat de behandeling aan. En mijn nodige rust: dat is niet veranderd. Er is nog veel aan de hand, wat moet je dan met de toekomst? Eindelijk een keer samen op vakantie..? In ieder geval: ik kom niet op eigen kracht de uitkering uit, dat gaat niet gebeuren. Dat is een beetje de situatie … dan moet je maar genieten van de kleine dingen.”

Basisinkomen en een fair loon

Na afloop vroeg ik Rianne nog per mail naar haar mening over het basisinkomen. Liefst in een paar zinnen. Rianne stuurde een vlammend betoog voor meer respect in arbeid en sociale zekerheid in de vorm van een 'fair inkomen'.

Een citaat uit haar verhaal:
basisinkomen spandoek"(…) Maar wat voor die mensen die helemaal geen uitzicht hebben om uit die periode bijstand te komen, die langdurig of blijvend te weinig verdiencapaciteit hebben? Hoe krijg je hen uit het moeras? Want uiteindelijk is eventuele reserve op. Gun deze mensen een basisinkomen. Maar dan wel één waarbij ook het aanvragen van al die tegemoetkomingen en andere regelingen niet nodig is. Schaf dat voor alle groepen af. Het houdt mensen aan het werk, maar voor degenen die het nodig hebben is het stress met steeds weer veranderingen en vragen als wat zijn de mogelijkheden en maak ik er gebruik van en hoe weet ik dat ik gebruik maak van alle mogelijkheden? Dit geldt ook voor mensen die werken in banen met lage lonen. En ook het toch nog ook de automatische verwerkingen moeten controleren: voor iedereen die kwijtschelding kreeg in jaar x automatisch.. dus niet: terwijl mijn kwijtschelding over dat jaar x door de betreffende instanties wel automatisch was verwerkt.. Een fair loon is de oplossing. Is dat echt duurder in de verwerking of ligt de oplossing er al doordat er van alles verschuift met het wegvallen van aanvraagprocedures voor diverse regelingen en controles daarop vanwege eventueel misbruik zodat e.e.a. zichzelf bekostigt? En misschien ligt er ook een oplossing is het eerlijker verdelen van lonen: werknemer versus management/top."

Klik hier om haar hele essay/betoog te lezen als column op de website van de Sociale Alliantie. 

tekst en interview: Ellie Smolenaars
beeld: Louis Brown

'Armoede Live 10 jaar later' kwam tot stand dankzij de Sociale Alliantie en de Stichting Niet voor Jezelf.

Als je uit dit interview citeert, of van de kennis en ervaring van Johanna gebruik maakt, dan willen we je vragen de bronverwijzing 'Armoede Live 10 jaar later’ op te nemen, met de weblink naar dit volledige interview. Zo kunnen lezers de uitspraken altijd weer in de volledige context van dit interview lezen en plaatsen. Uit respect voor de geïnterviewden en met veel dank van alle betrokkenen.

Copyright: auteurs- en copyright berust bij de leveranciers van beeld en tekst. De Sociale Alliantie nodigt gebruikers uit tot respectvolle omgang met het gepubliceerde materiaal. Bij vragen rond gebruik van het materiaal kunt u zich wenden tot Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Afdrukken