‘Vergeef ons onze schulden’

schuld-ketenenKlik hier om dit artikel als Word-document te downloaden.

Wat zien we als we vanuit de bede ‘vergeef ons onze schulden’ kijken naar het probleem van onoplosbare schuldsituaties? Want deze bede uit het evangelie naar Mattheus (hoofdstuk 6, vers 12) heeft als historische en maatschappelijke achtergrond dat mensen ten gevolge van het hebben van financiële schulden in een uitzichtloze situatie terecht konden komen. Schulden die ze niet meer konden voldoen, brachten hen in de macht van kredietverleners.
Op metaforische wijze wordt God in de bede aangesproken als zo’n kredietverlener. De financiële schulden krijgen daarmee ook een metaforische betekenis. Het kan gaan om allerlei misdragingen jegens God, ‘zonden’. Zo is dat in de uitleggeschiedenis van deze tekst ook gegaan, zo sterk zelfs dat de tekst vaak verstaan is als ‘vergeef ons onze zonden’. Maar de metafoor slaat dus terug op iemand die eronder gebukt gaat dat zijn of haar toekomst bepaald wordt door het hebben van een financiële schuld. Waarschijnlijk een schuld die niet afgelost kan worden en zo de weg naar een vrije toekomst afsnijdt. Zo kun je de bede ook als volgt interpreteren: vergeef ons onze schulden opdat wij niet worden vastgeketend aan ons verleden, maar ons open kunnen stellen voor de toekomst, Uw toekomst van gerechtigheid en vrede.

Hier en nu

Dat mensen een weg naar de toekomst wordt afgesneden door een schuld die ze niet kunnen voldoen, is niet alleen iets uit de historische en maatschappelijke context van de Bijbel. We komen het ook tegen in het hier en nu. Volgens de NVVK, de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, is ondanks het huidige economische herstel het aantal huishoudens met onoplosbare schulden de afgelopen jaren fors toegenomen. In 2014 publiceerde de NVVK het rapport ‘Onoplosbare Schuldsituaties’. Het rapport wees er toen al met een soort van noodkreet op dat het op het moment ontbreekt aan een maatschappelijk antwoord op een toenemende groep met onoplosbare schulden. Voor schuldhulpverlening komen alleen ‘kansrijke gevallen’ in aanmerking. Hierbij gaat het om mensen die kans van slagen hebben om in een schuldhulpverleningstraject van hun schuld af te komen. Daarnaast is er dus sprake van een toenemend aantal huishoudens voor wie er geen uitzicht is op een schuldenvrije toekomst. Een groeiende groep komt zo terecht in een uitzichtloze situatie.

Taboe

Het op de een of andere wijze kwijtschelden van onoplosbare schulden, noem het vergeven van schulden, lijkt de enige manier om een keer te brengen in de situatie van deze mensen. Dit lijkt evenwel een operatie die haaks staat op het principe waar onze samenleving op is gebaseerd: het maken van schulden. Het geld dat de bloedsomloop van onze samenleving uitmaakt, accumuleert in de cirkelgang van kredietverschaffing, investeringen, productie, consumptie en terugbetaling van het krediet met rente. Cruciaal is dat het krediet verschaft wordt en weer terugbetaald wordt. Iemand ontheffen van terugbetaling creëert zoals dat dan heet in economische termen ‘moral hazard’, moreel risico. Vergeving van schulden zet een premie op immoreel gedrag. Het juiste morele gedrag is dat je de schulden die je maakt vol-doet. Het vergeven van schulden creëert ‘free riders’, mensen die leven op kosten van de samenleving. Op het vergeven van schulden rust zo in onze samenleving een taboe, in de zin van ‘dat doe je niet!’. Een taboe dat aan het zicht onttrekt dat we leven in een samenleving waarin consumeren en het daarbij gebruik maken van consumptief krediet wel erg gepropageerd wordt. Kredietverschaffers kunnen daarbij een bedenkelijke rol spelen, door mensen te verleiden tot aankopen onder voorwaarden die hun budget te boven gaan. Een handelswijze die dan weer nauwelijks als immoreel aan de kaak wordt gesteld. Uit het beeld lijkt ook te verdwijnen dat mensen gewoon door maatschappelijke pech, bijvoorbeeld een echtscheiding en/of het verliezen van werk, diep in de schulden terecht kunnen komen.

Sabbatjaar en jubeljaar

Nu staat de bede ‘vergeef ons onze schulden’ in de Bijbel niet op zichzelf. Uit meerdere gegevens in het Oude Testament kennen we de instelling van het sabbatjaar. Dit was een maatregel om een toenemende verarming het hoofd te bieden. Om de zeven jaar moesten de akkers, de wijngaarden en de olijftuinen braak blijven liggen. Wat ze voortbrachten verviel aan de armen. In het kader van dit sabbatjaar vond er ook een kwijtschelding van schulden plaats. Wanbetalers of hun borgen die vanwege hun schuld tot slavernij waren vervallen, kregen zo hun vrijheid terug. In het Bijbelboek Leviticus, hoofdstuk 25, wordt naast het sabbatjaar melding gemaakt van de instelling van het jubeljaar. Dit was het jaar waarin na zeven jaarweken op de Grote Verzoendag de ramshoren (de jobel) klonk. Dit jubeljaar vormde een soort van radicalisering van het sabbatjaar. Naast de al genoemde maatregelen werd in dit jaar ook het grondbezit herverdeeld. Een ieder kreeg zo zijn oorspronkelijke bezit en vrijheid terug. De economische basis van de samenleving werd als het ware 'gereset' naar de begin-situatie.
Er zijn historische gegevens die bevestigen dat het sabbatjaar toegepast werd. Het valt evenwel niet te zeggen hoe trouw men zich er aan hield. Voor het jubeljaar zijn er geen aanwijzingen dat het ooit is toegepast. Op meerdere plekken in de Bijbel komt het evenwel terug als een messiaans perspectief, een visioen. Zo bijvoorbeeld in Jesaja 61 als ‘een genadejaar van de Heer’. In het evangelie naar Lucas wordt hier aan gerefereerd wanneer Jezus bij het begin van zijn optreden deze boekrol voorleest en uitspreekt dat dit genadejaar nu is aangebroken.

‘zoals ook wij hebben vergeven ...’

Waar sabbatjaar en jubeljaar de nadruk op leggen is dat het land, het fundament van de bestaanszekerheid van het volk, God toebehoort. Zoals het volk voor zijn bestaanszekerheid afhankelijk is van God, zó zal het afhankelijk zijn van elkaar. Vandaar dat de bede ‘vergeef ons onze schulden’ een aanvulling kent in de woorden ‘zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig is’. De bede veronderstelt dat wij anderen hun schulden hebben vergeven, dat we anderen een kans hebben gegeven op economisch herstel, op een nieuwe start, op een vrije toekomst. Op grond daarvan bidden we ‘vergeef ons onze schulden’.

Trinus Hoekstra, werkzaam bij Kerk in Actie binnenland

Afdrukken