Verduurzaming verbinden met armoedebestrijding

Door Trinus Hoekstra

Klik hier om dit document te downloaden als pdf-document.

balans van de leefomeving

In het laatste tweejaarlijkse rapport ‘De Balans van de Leefomgeving’ over de staat van het milieu, de natuur en de ruimte, is het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL 2018) op het eerste gezicht positief: duurzaamheid leeft. In de maatschappij en bij het beleid krijgt verduurzaming volgens het rapport veel aandacht. Vooral waar het gaat om klimaatverandering zijn burgers, bedrijven, ngo’s en overheden duurzaamheidsinitiatieven gestart. Maar er klinkt ook een indringende waarschuwing: de lusten en de lasten moeten eerlijk verdeeld worden. Als er ongelijkheid ontstaat, is er op een gegeven moment geen draagvlak meer voor verandering.

Groen kapitalisme

Deze waarschuwing wordt aangescherpt door de sociale wetenschapper Shivant Jhagroe. Hij promoveerde in 2016 aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam op de politieke betekenis van stedelijke verduurzaming. Volgens Jhagroe (Trouw 7-9-18) dreigt de huidige verduurzaming wereldwijd te leiden tot een nog ongelijkere verdeling van schone en leefbare ruimte dan nu al het geval is.
Sinds het jaar 2000 zijn er meer klimaatvluchtelingen dan oorlogsvluchtelingen en naar schatting zijn er daar in 2050 meer dan 150 miljoen van. In Europa overlijden jaarlijks een half miljoen mensen als gevolg van verontreinigde lucht. De cijfers laten niet alleen aantallen slachtoffers zien, maar ook dat ze vallen onder mensen die minder kansen hebben. Ze wonen op slechtere plekken, zijn armer en minder goed opgeleid.
De huidige verduurzaming vergroent volgens Jhagroe de bestaande ongelijkheid. Dat groene leven is een lifestyle van de happy few, van de rijke eco-elite, met kansen op allerlei gebied. Er is met producten en diensten voor deze elite een soort van groen kapitalisme gecreëerd. Terwijl om echte grote veranderingen teweeg te brengen, de massa bereikt moet worden. Het draagvlak zal dus vergroot moeten worden.
Als vergroening ongecontroleerd aan de vrije markt wordt overgelaten, vergroot deze volgens Jhagroe momenteel de ongelijkheid. Langs een andere weg, via allerlei burgerinitiatieven, wordt de ongelijkheid ook vergroot. Alleen mensen met een goed netwerk en een stevige achtergrond doen mee met de stadstuin of de energiecoöperatie. Dergelijke strategieën van vergroening vergroten niet alleen de ongelijkheid, maar dreigen daarmee ook breed in de samenleving het draagvlak voor vergroening te ondermijnen.

Overheid

De overheid zou bij verduurzaming volgens Jhagroe een veel grotere rol moeten spelen dan ze nu doet. Schone lucht en de gezondheid van burgers zijn bij uitstek publieke verantwoordelijkheden waar de overheid zorg voor heeft te dragen. De overheid heeft met subsidies, belastingen en beloningen allerlei instrumenten tot haar beschikking waarmee duurzame ontwikkeling kan worden gestuurd. Met die instrumenten zou je sociale ongelijkheid ook kunnen verminderen door middel van vergroening.
Een mooi concreet voorbeeld dat Jhagroe hierbij aanraakt, is dat van de subsidie aan particulieren voor de aanschaf van zonnepanelen. Jhagroe stelt de vraag of rijkere huishoudens die panelen niet zelf kunnen betalen. Je zou met die subsidie immers ook woningcorporaties kunnen stimuleren de sociale woningbouw te verduurzamen. Daardoor wordt niet alleen minder fossiele brandstof gebruikt, maar krijgen deze huurders ook een lagere energierekening. Verder doordenkend op dit voorbeeld, zou het wellicht ook een mogelijkheid zijn dat je subsidies meer inkomensafhankelijk maakt, waarbij een lager inkomen in aanmerking moet komen voor een hogere subsidie. Op deze wijze zou je duurzaamheid én de verkleining van sociale verschillen hand in hand kunnen laten gaan, waarmee je dan ook nog een keer het draagvlak voor verduurzaming breed in de samenleving versterkt.

Kerken

Voor kerken kan het een interessante uitdaging zijn om de gerichtheid op duurzaamheid en armoede zo met elkaar te verbinden, dat vergroening én armoedebestrijding elkaar versterken. Tal van kerken zijn via noodhulp en betrokkenheid bij voedselbanken gericht op de thematiek van verarming. Daarnaast is er sprake van een toenemend aantal ‘groene kerken’, kerken die de uitdaging aangaan om steeds verdere stappen te zetten op het pad van verduurzaming. In een verbinding van de twee benaderingen komt de vraag aan de orde waar in een kerkelijke aanpak de overlap kan zitten tussen vergroening én armoedebestrijding. In ieder geval kan het inspirerend zijn om het maatschappelijk debat hierover nauwlettend te volgen en wanneer de gelegenheid zich voordoet aan dat debat deel te nemen. Juist het oogmerk in dat debat om het draagvlak voor verduurzaming te versterken door vergroening te verbinden met armoedebestrijding, raakt aan de kerkelijke inzet om stem te geven aan en op te komen voor dat wat kwetsbaar is: mensen in armoede én een bedreigde aarde. Het maakt deel uit van wat vanuit de Wereldraad van Kerken een ‘Pelgrimage van Gerechtigheid én Vrede met de Aarde’ genoemd wordt (https://www.oikoumene.org/en/resources/documents/general-secretary/pilgrimage-of-justice-and-peace-with-the-earth) .

Dit artikel is een voorpublicatie uit de bezinningsbrochure van Kerk in Actie en de Raad van Kerken die in 2020 verschijnt en in het teken zal staan van de thematiek 'Duurzaamheid en armoede'

 

Klik hier om naar de startpagina van het themadossier 'Klimaat en armoede' te gaan.

Afdrukken