Pleidooi SER voor structurele aanpak van armoede

Op verzoek van het kabinet heeft de SER (Sociaal-Economische Raad) een advies uitgebracht over de aanpak van armoede onder kinderen. De titel van het advies luidt 'Opgroeien zonder armoede'.
Klik hier voor meer informatie over de inhoud van dit advies.

Wij willen in deze bijdrage inzoomen op een toegevoegd advies, namelijk dat de compensatieregelingen voor arme kinderen aangevuld moeten worden met een meer structurele en systematische aanpak van de oorzaken van armoede. Dus niet alleen hulp aan arme mensen – kinderen in dit geval – maar ook een beleid dat het ontstaan en voortbestaan van armoede bestrijdt. De SER noemt de volgende maatregelen in het kader van het wegnemen van structurele oorzaken van armoede:

Het zijn zonder meer zinnige maatregelen die de SER aanbeveelt. Als ze toegepast worden verbetert het armoedebeleid zonder meer. Maar zijn dit nu de maatregelen die de structurele oorzaken van armoede kunnen wegnemen? Wij vrezen van niet. De voorgestelde maatregelen blijven daarvoor te dicht bij het beleid van caritas en compensatie. Het belangrijkste signaal dat de SER afgeeft zijn niet deze ‘structurele’ maatregelen, maar is de boodschap dat compensatie en caritas niet volstaan en dat de structurele oorzaken van armoede moeten worden aangepakt. De SER was gevraagd een advies uit te brengen over de aanpak van armoede onder kinderen. Het verdient lof dat de commissie van de SER deze opdracht heeft aangegrepen om erop te wijzen dat het bestrijden van armoede meer is dan het verzachten van de gevolgen ervan.
Om de vinger te leggen op de meer fundamentele oorzaken van armoede, moet een laag dieper gegraven worden dan de SER nu doet. De SER zou niet zozeer te rade moeten gaan bij onderzoekers die over armoede schrijven, maar bij onder-zoekers die de rijkdom analyseren. De onderzoekers van de rijkdom laten zien hoe wereldwijd en dicht bij huis rijkdom wordt vergaard en rijkdom wordt verdeeld; welke houdingen en verhoudingen aangaande dit vergaren en verdelen zijn gegroeid; welke effecten dit heeft op de sociale en economische ordening van de samenleving; welke groepen hierbij bevoordeeld of benadeeld worden; welke legitimeringen en vanzelfsprekendheden dienaangaande worden gehanteerd; welke belemmeringen het gangbare vergaren en verdelen van rijkdom heeft voor de oplossing van maatschappelijke problemen zoals de toenemende ongelijkheid tussen (groepen) mensen en landen. Een studie van de rijkdom zou een beter zicht kunnen geven op de relatie die er bestaat tussen rijkdom en armoede. Ze kan inzichtelijk maken dat de economie waarop onze huidige welvaartsstaat rust, wereldwijd ongelijkheid nodig heeft om vooruit te komen en dat de kloof tussen arm en rijk groei, internationaal en nationaal.
Pas als de SER zo’n studie van de rijkdom maakt, zullen de meer fundamentele oorzaken van de armoede aan het licht komen. Daarbij hoort ook een bezinning op de veranderde positie die de overheid heeft ingenomen ten aanzien van de markteconomie. Voorheen deed de overheid haar best om de scherpe kantjes van deze economie af te slijpen; de laatste decennia is de overheid meer dienstknecht dan regisseur van de markteconomie geworden. De Duitse socioloog Stephan Lessenich heeft onlangs een studie gepubliceerd die een goede bijdrage zou kunnen leveren aan een SER-onderzoek naar rijkdom. De titel van deze studie luidt Neben uns die Sintflut. De zondvloed vindt niet na ons, maar naast ons plaats. Lessenich laat zien dat de samenhang tussen rijkdom en armoede steeds duidelijker aan de dag treedt, veraf en dichtbij. We leven boven onze verhoudingen en boven de verhoudingen van anderen. En tegelijk leven we beneden onze mogelijkheden daarin verandering te brengen.

Helden, 10 april 2017
Raf Janssen

Afdrukken