Belastingplannen van het kabinet

Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.

ministerie van financienEen van de kernpunten uit het regeerakkoord 2017-2021 van het kabinet Rutte III is een fikse belastingverlaging. Het belangrijkste voorstel is de invoering van een tweeschijvenstelsel met een basistarief van 36,93% en een toptarief van 49,5%. Daarnaast wordt het lage BTW-tarief opgetrokken van 6% naar 9%. Dat schept ruimte om de belastingen op inkomen nog verder te verlagen. Die ruimte wordt ook vergroot door op termijn enkele aftrekposten, waaronder de hypotheekrenteaftrek en de zelfstandigenaftrek stapsgewijs te verlagen naar het basistarief. Het regeerakkoord belooft een inkomensvooruitgang van alle inkomensgroepen, vooral voor de mensen met betaald werk. Ondanks deze geruststellende woorden over de inkomensvooruitgang voor alle groepen, leiden deze belastingplannen van het huidige kabinet tot een vergroting van de inkomensverschillen, die de laatste jaren toch al erg groot zijn geworden.

De cijfers

Het Centraal Planbureau heeft de inkomensgevolgen van de belastingplannen van het nieuwe kabinet uitgerekend. Het beeld ziet er als volgt uit:
koopkrachtontwikkeling
Conclusie: iedereen gaat er iets op vooruit, maar uitkeringsgerechtigden, gepensioneerden en werkenden met een salaris onder modaal minder dan de midden- en hogere inkomens.

Tweeschijvenstelsel

Die vergroting van de inkomensongelijkheid is met name een gevolg van de belastingvoorstellen en dan speciaal het voorstel inzake de invoering van een tweeschijvenstelsel. Daar-door betalen lage inkomens 700 miljoen euro meer belasting. Midden- en hoge inkomens betalen 6,2 miljard euro minder belasting. Deze vergroting van de inkomensverschillen wordt afgezwakt door een belastingmaatregel die ongunstig is voor de hogere inkomensgroepen, te weten de versobering van de hypotheekrenteaftrek. Er zit wel een fikse adder onder het gras van dit regeerakkoord: de belastingplannen die de inkomensongelijkheid vergroten (dat is het tweeschijvenstelsel) worden versneld ingevoerd, namelijk in 2019; de geleidelijke invoering van de plannen die de ongelijkheid verkleinen (de versobering van de hypotheekrenteaftrek) houdt daarmee geen gelijke tred en wordt pas in 2023 voltooid. Dat betekent dat de komende jaren de inkomensverschillen fors vergroot worden. Daarbij is het niet denkbeeldig dat bij de vorming van een nieuw kabinet in 2021 – of eerder – de maatregel inzake de hypotheekrente wordt tegengehouden of afgezwakt.

Belasting op vermogens

Naast de inkomensongelijkheid is vooral de vermogensongelijkheid in Nederland bijzonder groot. Dit kabinet gaat de belasting op deze vermogens verlagen. Het voor de vermogens-rendementsheffing vrijgestelde bedrag gaat van 25.000 naar 30.000 euro. Daarboven betalen vermogenden 30% belasting over een fictief rendement. Daarvoor gelden 3 schijven, met oplopende percentages. In 2017 werd het fictieve rendement al verlaagd van 4 tot ongeveer 2,9 procent. In 2018 zal dat verder worden verlaagd naar gemiddeld ongeveer 2,1 procent.

Bedrijven betalen minder en burgers meer belasting

In de plannen van het kabinet gaat de winstbelasting omlaag, in een paar jaar met 4 procent. In 2019 dalen de tarieven met 1 procent, in 2020 en 2021 nogmaals met 1,5 procent. De vennootschapsbelasting (vpb) over de eerste 200.000 euro winst daalt van 20 in 2017 naar 16 procent in 2021, het vpb-tarief over de winst daarboven gaat van 25 in 2017 naar 21 procent in 2021. Een lastenverlichting van ongeveer 3 miljard euro. Met lagere tarieven in de vennootschapsbelasting volgt Nederland een Amerikaanse en Europese trend. Trump heeft een verlaging van de winstbelasting aangekondigd van 35 naar 21 procent en het Britse tarief gaat de komende jaren in stappen omlaag naar 17 procent, terwijl Ierland al jaren het aantrekkelijke tarief van 12,5 procent biedt. Nederland gaat mee in deze 'race tot the bottom'.
Het geldt ook voor de afschaffing van de dividendbelasting. Met name buitenlandse beleggers betalen daardoor geen dividendbelasting meer; het gaat jaarlijks om een bedrag van 1,4 miljard euro dat de schatkist misloopt.
Ook voor de klimaatlasten geldt dat met de plannen van Rutte III de lasten nog meer komen te liggen bij de laagste inkomens. De laagste inkomens krijgen de hardste klappen, terwijl het bedrijfsleven nauwelijks lastenverzwaring krijgt, concludeert een studie van onderzoeksbureau CE Delft in opdracht van Milieudefensie. De laagste inkomens (tot 23.000 euro) zouden in 2021 2,1 procent kwijt zijn aan heffingen voor klimaatdoelen. Vanwege het beleid van Rutte III verdubbelt dat percentage tot 4,2 (voor inkomens van 89.000 euro en meer: stijging van 0,8 naar 1,2 procent). De kosten voor huishoudens stijgen door Rutte III flink, die voor het bedrijfsleven weinig of niet. Voor de grootste klimaatvervuilers, de zware industrie, is nauwelijks lastenverzwaring voorzien in het regeerakkoord. Op dit onderwerp komen we overigens in een volgende nieuwsbrief terug.
Dit alles past in een langjarige trend waarin bedrijven steeds minder en burgers steeds meer belasting betalen. Volgens onderzoek van de Financial Times zagen grote internationale bedrijven hun belasting sinds 2000 omlaag gaan van 34 naar 24 procent, terwijl de belastingen voor burgers enkele procenten omhoog gingen.
Het geld dat overheden hiermee mislopen moet opgebracht worden door belasting van burgers, en dat gebeurt dan ook nog eens op een denivellerende manier, dat wil zeggen dat de inkomensverschillen nog groter worden dan ze nu al zijn.

Vertrouwen in de toekomst?

Het regeerakkoord draagt de titel ‘Vertrouwen in de toekomst’ en het stelt zich ten doel "om een sterk land nog beter te maken voor iedereen, nadrukkelijk ook voor mensen die nu het gevoel hebben dat de overheid er niet meer voor hen is”. Fraaie woorden. Ze krijgen evenwel een holle klank als de plannen uit het regeerakkoord onder de loep genomen worden. Dat geldt voor de plannen inzake de invoering van een tweeschijventarief en de btw. En dat geldt ook voor de verdeling van de lasten over bedrijfsleven en burgers.
er wordt veel geld teruggegeven aan de burgers; vooral aan burgers die al veel hebben. Het gaat om veel geld dat mensen in de armoede heel goed hadden kunnen gebruiken om zelf enig vertrouwen in de toekomst te kunnen opbouwen.

Raf Janssen en Peter de Bie

Klik hier om naar de startpagina van het themadossier 'Eerlijk delen' te gaan.

Afdrukken