Huishoudens met schulden onderzocht

Door Hub Crijns

schuldenproblematiek in beeldIn opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het CBS op basis van uitgebreid onderzoek met bestaande registerdata in beeld gebracht hoeveel Nederlandse huishoudens in de periode van 1 januari 2015 tot en met 1 januari 2018 te maken hadden met geregistreerde problematische schulden.

 Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.

Onderzoek door het Nibud in 2017 en 2018

Schulden vormen niet alleen een probleem voor de schuldenaar, ook voor zijn omgeving, de schuldeiser en de maatschappij. Mensen met schulden participeren minder. Uit de Nibud-peiling onder werkgevers (‘Personeel met schulden’, Nibud 2017) blijkt dat 62% van de ondervraagde bedrijven werknemers heeft met financiële problemen. De kosten voor werkgevers lopen snel op. Zo wordt verlies aan productiviteit van de werknemer op minimaal 20% geschat, het verwerken van een loonbeslag kost een drie uur en het ziekteverzuim bij werknemers met financiële problemen wordt geschat op zeven dagen extra per werknemer. Ook de kosten voor gemeenten lopen op door schuldenproblematiek. Als een gezin uit huis wordt gezet dan heeft de gemeente de kosten van de maatschappelijke opvang, maar ook instanties als maatschappelijk werk en jeugdzorg moeten in actie komen.
Uit het onderzoek ‘Financiële problemen’ (Nibud 2018) blijkt dat 32% van de Nederlandse huishoudens het afgelopen jaar met een of meerdere betalingsachterstanden te maken heeft gehad. Uit dit onderzoek blijkt ook, dat het aantal huishoudens met betalingsproblemen nagenoeg gelijk is aan 2015, respectievelijk 22 en 21 procent, omgerekend 1,35 miljoen huishoudens. Bij 8% gaat het om ernstige betalingsproblemen. In 2009 kwam het afsluiten van de energie of het leggen van loonbeslag nog maar bij een enkeling voor, inmiddels heeft zo’n 5 tot 7 procent van de mensen hiermee te maken. Ook het type rekening dat blijft liggen, lijkt te verschuiven over de jaren heen. In 2012 had 12 procent van de Nederlanders de huur of hypotheek weleens te laat betaald; in 2018 is dat 19 procent. Rekeningen van postorderbedrijven en webshops worden daarentegen beter betaald. In 2012 had 22 procent van de respondenten hier een achterstallige rekening, in 2018 is dat 12 procent. Omgerekend zijn er 555.000 huishoudens met ernstige betalingsproblemen. Daarvan zijn er slechts zo’n 95.000 die zich hebben gemeld bij schuldhulpverlening (NVVK, 2018). Het Nibud vindt het zorgelijk dat zo veel mensen met financiële problemen geen hulp krijgen.

Indeling van schulden

Er zijn verschillende mogelijkheden om schulden te categoriseren. Een veelgebruikte indeling is die van De Greef (1992).

In andere bekende indeling is die van Boorsma e.a. (1994):

Nieuw onderzoek op basis van registerdata

Nu is op 17 augustus 2020 verschenen het CBS onderzoek ‘Schuldenproblematiek in beeld - Huishoudens met geregistreerde problematische schulden 2015-2018’, dat gebaseerd is op het gebruik van registerdata.
Registerdata waren tot voor kort niet beschikbaar om problematische schulden te meten. Eerder werd de omvang van de schuldenproblematiek in Nederland in beeld gebracht in de onderzoeksreeks ‘Huishoudens in de rode cijfers’. De gebruikte methoden in deze reeks waren enquêtes en interviews. Deze methoden kennen een aantal nadelen, zoals de beperkte omvang van de steekproef en het risico op minder objectieve antwoorden. De cijfers uit het nieuwe onderzoek zijn niet vergelijkbaar met die uit de eerdere onderzoeksreeks ‘Huishoudens in de rode cijfers’, omdat er gebruik is gemaakt van een andere definitie van problematische schulden. De momenteel beschikbare registraties bevatten niet alle componenten die deel uitmaken van de totale schuldenlast en afloscapaciteit van huishoudens waarop de eerder gebruikte definitie was gebaseerd. Om het verschil tussen de nieuwe en de eerdere definitie aan te geven, spreken we hier over huishoudens met ‘geregistreerde problematische schulden’.

Definitie van geregistreerde problematische schulden

Uit de definitie van geregistreerde problematische schulden zijn de bronnen op te maken, die het CBS gebruikt heeft om aan de registerdata te komen. Er is sprake van een huishouden met geregistreerde problematische schulden als ten minste één persoon in het huishouden voldoet aan ten minste één van de volgende criteria op 1 januari van het betreffende verslagjaar:

Een op de twaalf huishoudens heeft schulden

De voornaamste uitkomsten van het CBS onderzoek bevatten de volgende gegevens.

Zeven groepen met kans op schulden

Er zijn zeven groepen geïdentificeerd van personen met een verhoogde kans op geregistreerde problematische schulden, vaak met overlappende achtergronden en kenmerken:

Er is onderlinge samenhang tussen achtergronden

Uit dit onderzoek blijkt samenhang tussen verschillende achtergrondkenmerken en het hebben van geregistreerde problematische schulden:

Arme regio’s

schulden per gemeenteTussen gemeenten zijn grote verschillen te zien in het aandeel particuliere huishoudens met geregistreerde problematische schulden (zie figuur 3.2). Met name stedelijke gemeenten hebben relatief meer schuldenproblematiek. Rotterdam had met 15,8 procent het hoogste aandeel in 2018, gevolgd door Lelystad (14,8%), Almere (14,2%), Schiedam (14,2%) en Den Haag (14,2%). Daarnaast zijn bij de gemeenten in Oost‐Groningen hogere percentages te zien. Dit sluit aan bij het feit dat huishoudens in deze regio relatief vaak lage inkomens hebben.

Een op de zes huishoudens heeft hulp

Van alle huishoudens waarbij sprake is van een huishoud lid dat onder bewind of curatele staat, een bij BKR gemeld minnelijktraject doorloopt of in een WSNP‐traject zit, is bekend dat zij in beeld zijn bij de hulpverlening. Dit geldt voor 16,3 procent van de huishoudens met geregistreerde problematische schulden. Bij de registraties over minnelijke en WSNP‐trajecten gaat het specifiek om schuldhulpverlening. Op basis van deze registraties blijkt dat op 1 januari 2018 binnen 63.840 huishoudens (1 op de 10 huishoudens met geregistreerde problematische schulden) minstens één persoon in een bij BKR geregistreerd minnelijktraject of WSNP‐traject zat. Voor de overige meerderheid (84 procent van de huishoudens met geregistreerde problematische schulden) is niet bekend of zij in beeld zijn bij de (schuld)hulpverlening.

‘Schuldenproblematiek in beeld - Huishoudens met geregistreerde problematische schulden 2015-2018’, CBS, Den Haag, 17 augustus 2020.

Hub Crijns is lid van de Stuurgroep Knooppunt Kerken en Armoede

 

Afdrukken