Aftrek vervoerskosten - een doolhof

Betwistbaar gebruik cijfers van CBS en Nibud door de belastingdienst

Door Henk Weijnen

Inleiding

vervoerskostenIn de maanden maart tot mei dient men belastingaangifte te doen. Eén van de aftrekposten betreft specifieke zorgkosten, waarbij een drempel geldt. Deze aftrek is de afgelopen jaren sterk beperkt. Woningaanpassingen, rolstoel, scootmobiel bijvoorbeeld zijn niet meer aftrekbaar. Nog wel aftrekbaar zijn o.a. geneeskundige hulp, tandartskosten, paramedische zorg, fysiotherapie en vervoerskosten, voorzover niet vergoed.
In bijgaand artikel ga ik in op de aftrek van vervoerskosten en de problemen die zich daarbij voordoen. De aftrek van deze en andere zorgkosten is vooral van belang voor mensen met een (chronische) ziekte of handicap. Dit betreft een aanzienlijke groep mensen, vaak met relatief hoge zorgkosten. Er zijn ruim 10 miljoen mensen met chronische aandoeningen, ofwel 59% van de bevolking. Het aantal mensen met een handicap bedraagt 2 miljoen, maar een deel daarvan heeft ook een chronische aandoening (cijfers rijksoverheid 2021).

Aftrek vervoerskosten

Er zijn 5 soorten aftrek van vervoerskosten, namelijk: reiskosten voor ziekenbezoek, ver-voerskosten i.v.m. medische behandelingen, aanpassingen aan vervoermiddelen, verminde-ring van bpm en motorrijtuigenbelasting en kosten voor leefvervoer. Mijn artikel gaat over de kosten voor leefvervoer.

Leefvervoer

Leefvervoer betreft vervoer voor privégebruik. Hiervoor geldt de zogenaamde vergelijkings-maatstaf. Deze houdt in dat men hogere vervoerskosten als gevolg van ziekte of handicap heeft dan gezonde personen met een vergelijkbaar inkomen en maatschappelijke positie (in fiscale termen “de maatman”). De belastingdienst verwijst hiervoor naar het CBS en het Nibud. Hier doet zich een eerste probleem voor.

Juist gebruik van gegevens CBS over vervoerskosten vereist

In het CBS budgetonderzoek van het CBS worden van ca. 15.000 huishoudens alle bestedin-gen onderzocht, waaronder de bestedingen aan vervoer.
Een probleem bij het gebruik van de CBS-cijfers over vervoersuitgaven is dat het CBS de post “aankoop van voertuigen” heeft opgenomen in de totale post vervoersuitgaven. Deze uitgave is m.i. niet relevant voor de vergelijkingsmaatstaf. Gemiddeld voor de gehele bevol-king gaat het hierbij om 4,5% van alle bestedingen, ofwel 41% van de totale vervoerskosten. Het wel of niet meenemen van deze post maakt dus een groot verschil.
De reden waarom deze uitgaven niet relevant zijn is dat de aanschaf van voertuigen door mensen met een ziekte of beperking niet aftrekbaar is, ook niet als deze noodzakelijk zijn vanwege de ziekte of handicap. Maar bij de maatman worden deze uitgaven wel meegeno-men. M.a.w. er is dan geen sprake van een juiste vergelijking.

De (onjuiste) werkwijze van de belastingdienst bij de autokosten

Voor de vaststelling van de gebruikskosten van een auto wordt door de belastingdienst de autoklasse van de belanghebbende vergeleken met de veronderstelde autoklasse van de maatman. De belanghebbende dient op verzoek van de belastingdienst het merk en type, bouwjaar en aantal kilometers op te geven. De belastingdienst vergelijkt dan de vaste en vari-abele kosten van de auto van belanghebbende met die van de maatman, op basis van gegevens van ANWB, die ook door het Nibud worden gebruikt. De autoklasse van de maatman is door de belastingdienst gekoppeld aan het inkomen. Dit heeft de belastingdienst gebaseerd op CBS-gegevens over het bezit van personenauto’s naar inkomensgroepen. Dit laatste is echter onjuist, want het CBS heeft geen gegevens over het bezit van autoklassen in combinatie met inkomensgroepen. Volgens het CBS is er geen samenhang tussen de keuze van een autoklasse en inkomen.
Dit betekent dat deze vergelijking op basis van autoklasse en inkomen niet mogelijk is. Niettemin past de belastingdienst deze werkwijze nog steeds toe.

Berekening meerkosten vervoer volgens het Nibud

Het Nibud heeft de ANWB-gegevens over de gemiddelde kosten van een auto gecombineerd met gegevens uit het budgetonderzoek van het CBS, zie: Belastingen en aftrekposten – Nibud. Het betreft de tabel Gemiddelde bestedingen vervoer per maand voor huishoudens met 1,2 of meer personen. Deze tabel is in principe gemakkelijk bruikbaar om de meerkosten i.v.m. ziekte en handicap te bepalen. Kijk met welke groep qua inkomen en huishoudgrootte u uw vervoerskosten moet vergelijken met die in de tabel en vermenigvuldig het bedrag met 12. Komen uw vervoerskosten daarboven dan is het meerdere aftrekbaar.
Zoals hierboven besproken dienen m.i. de bestedingen aan de aankoop van voertuigen niet meegerekend te worden – zie tabel 1 in mijn artikel waar per inkomensklasse de gemiddelde uitgaven voor aankoop voertuigen berekend zijn, en tabel 3 voor huishoudgrootte.

Lees de uitgebreide versie van dit artikel >

Henk Weijnen, 16-3-2023

Afdrukken